Pijlers studiekeuze

Werkgroep DeMo heeft 10 pijlers uitgewerkt die van belang zijn om tot een gedragen studiekeuze te komen. Hieronder vind je een toelichting bij iedere pijler. De catalogus met materialen is ingedeeld aan de hand van deze pijlers.

Talenten

Een leerling heeft vele lagen. In de klas zijn meestal maar enkele lagen zichtbaar. Talenten zijn soms heel duidelijk, soms zitten ze ook diep weggeborgen. Vanuit talent vindt de leerling de noodzakelijke energie om te ontwikkelen tot een evenwichtige volwassene. Samen met de leerling en zijn context gaan we op zoek naar zijn/haar talent. We motiveren leerlingen tot deze zoektocht vooral door te benoemen wat goed gaat en daaruit te leren.

Leerlingen mogen dromen

Leerlingen stimuleren om te dromen - los van alle wetten en beperkingen - van diegene die ze willen zijn en worden. Leerlingen stimuleren om hun eigen leven in handen te nemen en in zichzelf te geloven.

Leerkrachten betrekken

Vanuit een handelingsgerichte benadering “de leerkracht doet ertoe” leert de leerkracht de leerling kennen in zijn totaliteit, met al zijn talenten om van daaruit in dialoog met de leerling en de ouders gerichte feedback te geven.

Ouders betrekken

De school ziet het studiekeuzeproces als een samenwerkingsverband tussen verschillende partijen: leerlingen, ouders, medeleerlingen, leerkrachten, ... Hiertoe heeft de school informatie nodig van die verschillende partners waarbij elke partij wordt aangesproken op zijn expertise inzake het kind. Door verschillende partijen samen te brengen, krijgen kind en ouders zicht op mogelijke keuzen. De school brengt hiertoe de contactmogelijkheden en –momenten in kaart om zó laagdrempelig te zijn en informeert de ouders en de leerling over het studiekeuzeproces.

Medeleerlingen betrekken

Vrienden en klasgenoten stimuleren samen de leerling om tot nieuwe inzichten te komen, om zichzelf beter te leren kennen, om vanuit de eigen leefwereld talenten te ontdekken.

De leerling buiten de klas

De leerlingen zijn meer dan een wandelend puntenboek. Leerkrachten tonen interesse en waarderen leerlingen in wat hen bezighoudt buiten de schooluren. Leerlingen stimuleren om zichzelf te ontplooien in niet-schoolse contexten.

Betekenis en zingeving

De keuzemethodieken die we aan leerlingen aanbieden in de klas, de manier waarop, wat we leerlingen doen leren en ervaren, hebben voor leerlingen betekenis en zijn zingevend, nu. Ze doen er voor leerlingen toe. We maken inhouden en werkmethodieken aantrekkelijk en toegankelijk voor alle leerlingen. Werkmethodieken kunnen leerlingen samen aan het werk zetten om het zinvolle te ervaren van interactie, teamwork, netwerkvorming, samen leerinhouden opbouwen, leren aan de andere (kennis delen).

Evenwaardigheid

De school legt de focus op het maken van positieve keuzen. Deze keuzen vertrekken uit de talenten en interesses van de leerling. Deze keuze staat los van ASO, TSO, BSO, (KSO, deeltijds onderwijs, duaal leren, leercontract, ...) De leerling is fier op wat hij doet en wat hij kan. Zijn omgeving heeft oog voor wat hij doet en wat hij kan en apprecieert dit. Hiertoe moet iedereen de tools en de informatie hebben om dat te zien en te tonen. Aandacht voor de toegankelijkheid van taalgebruik voor alle leerlingen, los van sociale en culturele afkomst. Aandacht voor anders valide leerlingen en leerlingen uit andere landen.

Zicht op studierichtingen

Je kan maar goed kiezen als je weet wat er allemaal bestaat, wat het aanbod is, waartussen je kan kiezen. Het is een meerkeuze-aanbod. Als begeleiders van leerlingen hebben we de neiging om te redeneren vanuit wat we zelf kennen. Het is heel belangrijk om als leerkracht je eigen kennis aan studierichtingen te verbreden zodat je ook leerlingen breder kan informeren. Betreed niet enkel de platgetreden paden maar geef leerlingen ook alternatieve wegen om andere studierichtingen te leren kennen die aansluiten bij hun talenten.

Zelfreflectie

Leerlingen aanzetten tot zelfreflectie is niet zo eenvoudig. Ze zijn immers nog jong om dit zelfstandig te doen. Leerkrachten begeleiden leerlingen om te leren stilstaan bij zichzelf en op zoek te gaan naar hun eigen blinde vlekken, hun eigen valkuilen, hun eigen talenten. Dit doe je niet eenmalig in één projectje maar het hele schooljaar door. Op die manier help je leerlingen om vanuit wat ze leerden uit het verleden te werken aan hun toekomst.